Toelichting bij de hulpplannen

U kunt in het ouderportaal de hulpplannen van uw kind lezen.
Onderstaande legenda voor RT-evaluaties kan u helpen bij het interpreteren van de inhoud.

Blokken

Het schooljaar wordt verdeeld in 4 RT-blokken. Jaarlijks worden deze precies vastgesteld. Een blok bestaat uit 8 weken RT en 2 weken om leerlingen te toetsen. Daarna volgt dan een verslag over de afgelopen periode.
Blok 1: augustus-eind oktober.
Blok 2: november-half januari.
Blok 3: februari-april.
Blok 4: april-juni.

Methodes die we bij remedial teaching gebruiken zijn:

Taal:
Bas spreekt een woordje mee (groep 1 en 2). Taaloefeningen rond een thema.

Lezen:

  • Lijn 3 (klassikale methode groep 3) heeft een orthotheekmap die bij RT wordt gebruikt. Bij de letters worden gebaren aangeleerd (in gr 2 en 3 in de klas en bij RT).
  • Spreekbeeld (groep 3) is een leermiddel voor het aanleren van letters, die gekoppeld zijn aan platen om zo de letters beter in te prenten. Dit leermiddel wordt alleen bij RT gebruikt.

 

Spelling:

  • Spelling in de lift: oefenbladen met spellinglesjes (alleen bij RT)
  • Speciale spellingbegeleiding van Taalactief Ambrasoft: oefenprogramma voor onder andere de spellingcategorieën.

Rekenen:

  • Wereld in getallen (klassikale methode)
  • Met sprongen vooruit (RT en in de klas)
  • Maatwerk (RT)
  • Remelka (RT)

Schrijven:
Schrijven in de basisschool remediëringsmap

Lijn 3 (extra uitleg):
In augustus wordt begonnen met het A-gedeelte. In deze periode worden de letters aangeleerd en gebruikt om woorden te maken en te oefenen.
In jan. wordt met het B-gedeelte begonnen. De leestechniek wordt verder geoefend en spellingregels worden aangeboden.

Pre-teaching

Bij remedial teaching oefenen de kinderen sommen, een letter, een woord, o.i.d. dat de volgende dag in de klas aan de orde komt. Daardoor herkennen ze in de klas de stof al en zijn ze meer gemotiveerd om te leren.

Kleuters uit groep 2 kunnen ook pre-teaching krijgen, om in groep 3 profijt te hebben van geleerde letters. In deze periode worden ook de leesvoorwaarden (rijmen, klanken isoleren in woorden, klanken tot woorden samenvoegen, woorden die met dezelfde klank beginnen, etc.) geoefend. Dit noemen we een voorschotbenadering.

Toetsen

Klassikaal afgenomen

Methodetoetsen worden afgenomen na elk leerstofblok. Deze toetsen horen bij de methode en geven specifiek weer wat wel wordt beheerst en wat niet.
CITO toetsen zijn landelijk genormeerde toetsen. Met deze toetsen kan gekeken worden op welk niveau leerlingen functioneren.
CITO toetsen worden 2 X per jaar afgenomen voor AVI (teksten lezen), DMT (woorden lezen), rekenen, spelling en begrijpend lezen.

TaalVoorKleuters: wordt in 1 x per jaar afgenomen. Deze toets is alleen op taalgebied.

KIJK: observatiemethode om het totale functioneren van kleuters in kaart te brengen.

DMT: zo veel mogelijk woorden lezen in 1 minuut, wordt bij elke leerling afgenomen in groep 3-8. Bij RT wordt dit nog extra gedaan.

De DMT bestaat uit 3 kaarten:

  • Kaart 1: mkm-woorden (medeklinker-klinker-medeklinker); 
  • Kaart 2: mmkmm (meer medeklinkers naast elkaar); 
  • Kaart 3: langere woorden.

AVI: leestoets met teksten; de tekst moet op snelheid gelezen worden. Een beperkt aantal fouten zijn toegestaan. Wordt bij elke leerling afgenomen in groep 3-8 tot AVI E6 behaald is. Bij RT wordt dit nog extra gedaan.

Individueel afgenomen

TTR: rekentoets die alleen bij RT afgenomen wordt. Deze toetst of de basisvaardigheden op tempo beheerst worden.

PI dictee: wordt alleen bij RT afgenomen voor spelling, meestal voor de aanvraag van een dyslexieonderzoek.

Beerytoets: natekenen van figuren; alleen bij RT voor schrijven.

Normering

De niveau-indeling van de CITO toetsen:

A   goed tot zeer goed
B   ruim voldoende tot goed
C   matig tot ruim voldoende
D   zwak tot matig
E   zeer zwak tot zwak

 

Veel toetsen worden ook in dle’s (=didactische leeftijds equivalent) weergegeven. Dit geeft aan het aantal maanden onderwijs waarin de leerling het geleerde zich eigen heeft gemaakt. Als het goed is, is het dle hetzelfde getal als het dl (=didactische leeftijd). Het dl is het aantal maanden waarin een leerling onderwijs heeft gehad. Dat begint te tellen vanaf groep 3. Voorbeeld: een leerling uit groep 4 heeft in oktober een dl van 12. (10 maanden onderwijs in gr.3 en 2 in gr.4) Het dle zou dan ook 12 moeten zijn.

AVI niveau’s

Geven aan wanneer een bepaald AVI niveau behaald moet worden. Ze gaan vooral op snelheid en minder op het aantal fouten.

AVI M3   jan gr. 3
AVI E3   juni gr. 3
AVI M4   jan gr. 4
AVI E4   juni gr. 4
AVI M5   jan gr. 5
AVI E5   juni gr. 5
AVI M6   jan gr. 6
AVI E6   juni gr. 6
AVI M7   jan gr. 7
AVI E7   juni gr. 7
AVI Plus   groep 8

 

Deze toetsen kunnen gelezen worden op: beheersingsniveau (=behaald), instructieniveau (=oefenniv.) en op frustatieniveau (=nog te moeilijk).